Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ondersteunt met zijn wetenschappelijke rapporten de beleidsmakers bij het nemen van beslissingen in de gezondheidszorg en de ziekteverzekering. Het jaarverslag over 2010, het 7e activiteitsjaar, bevat nieuwe objectieven om de impact van de KCE-rapporten bij de beleidsmakers en zorgverleners nog te verhogen, zodat zijn adviezen nog meer door hen worden gebruikt.
Het kersverse KCE-jaarverslag 2010 bevat een overzicht van de vernieuwde doelstellingen, vermeld in het managementplan van de directie. Ze leggen een belangrijk accent op de impact van de KCE-rapporten.Een belangrijke leidraad hiervoor zijn de audits die in 2009 werden uitgevoerd door het Nederlandse bureau “Research voor Beleid”, in opdracht van het KCE, en deze van het Rekenhof. Een samenvatting van deze audits bevindt zich in het vorige jaarverslag (2009).
Het KCE wil zijn beleidsondersteunende rol maximaal waarmaken door, meer nog dan vroeger, op een transparante manier de meest relevante onderzoeksonderwerpen te selecteren. Verder wil het een belangrijker deel van zijn middelen besteden aan dringende onderwerpen en ook onderzoeken uitvoeren die minder lang duren dan 1 jaar, de gemiddelde duur van vandaag.
De onderzoeksagenda’s van het KCE en de andere partners van het Belgische ‘Health Research System’, zoals het RIZIV, het WIV en de FOD Volksgezondheid, zullen aan elkaar worden meegedeeld en beter op elkaar worden afgestemd. Dit om ‘dubbele’ onderzoeken te vermijden en de onderzoeksresultaten nog efficiënter te gebruiken.
Om kwalitatief hoogstaande wetenschappelijke studies uit te kunnen voeren moet het KCE kunnen terugvallen op objectieve gegevens (vb wetenschappelijke informatie over de klinische praktijk en medische technieken, gezondheids economische en sociologische data,enz). Het KCE wil met de voornaamste leveranciers van dit soort gegevens en met de Commissie voor de Bescherming van de persoonlijke levenssfeer overleggen hoe de gegevens gemakkelijker kunnen uitgewisseld worden.
Verder wil het KCE zijn kennisnetwerk van meer dan duizend Belgische en internationale experten uitbreiden en nog beter beheren door de competenties in kaart te brengen.
De KCE-rapporten moeten relevant zijn voor de beleidsmakers en bruikbaar zijn voor de zorgverleners op het terrein. Hiervoor is een adequate communicatie nodig, aangepast aan de doelgroep, die al van bij de aanvang van het onderzoek wordt uitgestippeld. Het KCE werkt aan het toegankelijker maken van zijn rapporten door oa hun structuur aan te passen, en het zoekt nog meer actief naar gelegenheden om studies te presenteren. Website en huisstijl ondergaan een opfrisbeurt.
Waar wil het KCE over vijf jaar staan?
Over vijf jaar heeft het KCE meer impact bij de Belgische praktiserende artsen en andere zorgverstrekkers. Zij appreciëren het KCE voor zijn wetenschappelijke kwaliteit, zijn onafhankelijkheid en zijn transparantie. Beleidsinstanties en clinici maken in toenemende mate gebruik van de adviezen van het KCE en consulteren zelf regelmatig het KCE voor advies. Het KCE speelt sneller in op de actualiteit zonder dat hierdoor de kwaliteit van de rapporten wordt aangetast.
Terugblik op 2010 en hoofdstuk over opstellen van klinische richtlijnen
Methodologie is een van de stokpaardjes van het KCE. Dit jaar besteedt het jaarverslag aandacht aan de manier waarop klinische richtlijnen worden opgesteld. Daarnaast bevat het naar goede gewoonte een overzicht van de KCE-studies in 2010, met een omschrij ving van hun eventuele impact. Ook de impact van oudere rapporten wordt bekeken.
Het jaarverslag kan integraal worden geraadpleegd op de website van het KCE (www.kce.fgov.be). Een gedrukte versie kan worden besteld door een mail te sturen naar info@kce.fgov.be.
Raf Mertens, Algemeen directeur (links) en Jean-Pierre Closon, Adjunct algemeen directeur (rechts)