Een nieuw rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg in samenwerking met de Katholieke Universiteit Leuven en Deloitte Business Advisory licht de kostprijs en marktwerking van stomamateriaal door vanuit het perspectief van de Belgische patiënt en ziekteverzekering. Meer transparantie en meer flexibele service is nodig.
Het rapport heeft betrekking op ééndelige en tweedelige combinaties van huidplaten en zakjes voor patiënten met een stoma. De meest gebruikte productcategorieën zijn onderzocht. Er zijn nagenoeg geen bruikbare klinische patiëntenstudies zodat een onderlinge vergelijking van producten van verschillende fabrikanten onmogelijk is. De prijsstelling, marktwerking en organisatie van stomazorg in België, met nadruk op de dienstverlening voor de patiënten, traden hierdoor des te meer op de voorgrond in het rapport.
Een internationale prijsvergelijking leert dat de totaalkost voor patiënt en ziekteverzekering van stomamateriaal zich in de middenmoot van de vergeleken (Europese) landen bevindt. Het merendeel van de kost gaat naar het verdeelcircuit. Zo blijkt bij de kostenanalyse voor ééndelige en tweedelige zakjes dat de aankoopkost voor de importeur zowat 2/5 uitmaakt van de totale eindprijs voor patiënt en gezondheidszorg. In ruil zouden patiënt en ziekteverzekering steeds aanspraak mogen maken op een afleverservice met de nodige meerwaarde. Hier knelt het schoentje. In het huidige stelsel hebben patiënten recht op een driemaandelijkse 'dotatie' die hen eenzelfde (maximale) hoeveelheid en type stomamateriaal oplegt. Dit rigide systeem gaat enerzijds voorbij aan de noden van specifieke patiënten en zet anderzijds sommige patiënten aan tot hamsteren. Eindverdelers zet het dan weer niet aan tot concurrentie op basis van de reële behoefte en dienstverlening.
Het Kenniscentrum wenst de patiënt daarom in staat te stellen zelf waar voor zijn geld te kiezen. Met een forfait dat hij krijgt van de ziekteverzekering, moet de patiënt zijn productkeuze kunnen maken. Voor patiënten met uitzonderlijke medische noden (radio- en chemotherapie, nieuwe stomapatiënten tijdens de eerste maanden,...) is een tijdelijk bijkomend forfait de oplossing. De aangewezen persoon om de patiënt in zijn materiaalkeuze te begeleiden, is in principe de stomatherapeut(e), een gespecialiseerde verpleegkundige. Een belangrijke voorwaarde is dan wel dat de stomatherapeuten in overleg met patiëntenorganisaties een deontologische code vastleggen.
De afschaffing van diverse wettelijke beperkingen voor eindverdelers zal de markt verder vrij maken en concurrentie op basis van dienstverlening stimuleren. Daarnaast hoort de traceerbaarheid van stomamateriaal verzekerd te worden en dienen producenten en eindverdelers de prijs van bepaalde, in andere landen goedkopere, materialen toe te lichten. Het besluitvormingsproces kan transparanter door de patiëntenorganisaties erin te betrekken en belangenvermenging te voorkomen.
Het Kenniscentrum bepleit met deze studie een duurzaam zorgmodel dat de patiënt objectief informeert en de kans biedt om (prijs)bewust te kiezen.