Persberichten
-
De maximumfactuur werkt, maar kan beter
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht samen met Universiteit Antwerpen, K.U.Leuven en het Intermutualistisch Agentschap het effect van de maximumfactuur (MAF) en een eventuele uitbreiding ervan. Dankzij de MAF wordt een groot aantal gezinnen uit de armoede gehouden. Toch besteedt nog 1 op 10 van de gezinnen meer dan 5% van zijn inkomen aan remgelden en supplementen, en dit vaak voor langere tijd. Psychiatrische patiënten zijn de grootste risicogroep. De MAF moet armen en zieken beschermen tegen een te hoge financiële last ten gevolge van ziekte.
-
Project voor de kwaliteitsverbetering van rectumkankerbehandeling: een Belgische primeur
Onder begeleiding van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ontwikkelde een multidisciplinaire groep van darmkankerspecialisten (PROCARE) kwaliteitscriteria om de zorg voor rectumkankerpatiënten op te volgen en indien nodig, te verbeteren. Het is een pilootproject voor België en misschien de aanzet tot een gelijkaardige aanpak voor andere soorten kanker. Het rectum of de endeldarm is het laatste deel van de dikke darm, gelegen net voor de aars.
-
Multislice CT-scanners niet klaar voor de diagnose van kransslagadervernauwing
Om een kransslagadervernauwing vast te stellen gebruikt men in de Belgische ziekenhuizen steeds meer de multislice CT-scanners (MSCT). Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) vergeleek ze met de klassieke onderzoekstechnieken van het hart. Het is niet aangetoond dat MSCT bijdraagt tot het voorkomen van hartaanvallen of het redden van levens. MSCT is vooral geschikt om normale kransslagaders in beeld te brengen, dus om mensen gerust te stellen. Voor het overige is het niet duidelijk dat de techniek nauwkeurig genoeg is om de andere testen te vervangen.
-
Plastische chirurgie: terugbetalingscriteria onduidelijk en bescherming tegen wanpraktijken nodig
Het Federaal kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelde vast dat het niet altijd duidelijk is welke plastische ingrepen de ziekteverzekering terugbetaalt. In principe geldt terugbetaling enkel voor reconstructieve ingrepen, maar het probleem is de schemerzone tussen reconstructieve en esthetische heelkunde. Bovendien zijn er weinig kwaliteitsgaranties voor patiënten omdat ook niet-plastische chirurgen deze ingrepen mogen uitvoeren en er geen enkele controle is op de kwaliteit en veiligheid van de privé praktijken en privé klinieken.
-
Langdurig psychiatrische patiënten verblijven vaak te lang in een ziekenhuis
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht in samenwerking met het Intermutualistisch agentschap(IMA), en de onderzoekseenheden Censtat (UHasselt) en Lucas (K.U.Leuven) het profiel van patiënten die langdurig in een psychiatrische afdeling (T-bed) van een ziekenhuis verblijven. Ongeveer 4750 patiënten verblijven al langer dan 1 jaar in een T-bed en bijna 1600 van hen zijn er al meer dan 6 jaar. Het KCE vraagt zich af of zij allemaal in die T-bedden thuishoren.
-
De twee financieringssystemen van de huisarts kosten evenveel en geven dezelfde zorgkwaliteit
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) vergeleek de kostprijs voor de gemeenschap en de zorgkwaliteit van de huisartspraktijken die door het RIZIV forfaitair worden vergoed met die van de praktijken die worden betaald per prestatie. De studie werd uitgevoerd in samenwerking met UGent, de ULB en de UCL. Het doel was niet om zich ten gunste van één van de systemen uit spreken. De onderzoekers wilden vooral nagaan hoe de twee systemen op een rechtvaardige manier naast elkaar kunnen blijven bestaan. De kosten en kwaliteit blijken in de twee systemen gelijkwaardig te zijn.
-
Meer functiedifferentiatie in de verpleegkunde a.u.b. !
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht in samenwerking met de UCL en UGent de mogelijkheid tot functiedifferentiatie in de verpleegkunde in de Belgische ziekenhuizen. De studie toont aan dat er zeker nog ruimte voor is door de inschakeling van logistieke medewerkers, zorgkundigen, maar evengoed van universitaire verpleegkundigen in de meer complexe zorg. Op die manier wordt het beroep van verpleegkundige aantrekkelijker gemaakt en wordt de efficiëntie van de zorg verbeterd.
-
Revalidatie in België: enkele verklaringen voor de keuze van het type behandeling
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht samen met het Intermutualistisch Agentschap (IMA) de organisatie en consumptie van revalidatie in België. De revalidatie is in dit land op een bijzondere manier georganiseerd: er is een keuze tussen kinesitherapie en fysische geneeskunde, met als gevolg dat beide revalidatiekanalen naast elkaar bestaan.
-
Chronisch Vermoeidheidssyndroom: zorgverleners moeten meer samenwerken
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en de Hoge Gezondheidsraad (HGR) maakten een balans op van de werking van de referentiecentra voor CVS (Chronisch Vermoeidheidssyndroom), die opgericht werden in 2002. De behandelresultaten van de centra waren eerder teleurstellend en er bestaat tot hiertoe geen enkel wetenschappelijk bewijs dat diagnose en behandeling best in dergelijke centra gebeuren.
-
Nieuwe technieken voor de behandeling van de prostaat: werken ze?
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht de werkzaamheid van HIFU en twee lasertechnieken voor de behandeling van respectievelijk prostaatkanker en goedaardige vergroting van de prostaat. Zijn deze technieken even doeltreffend als de klassieke behandelingen? Gaan ze gepaard met minder risico’s en complicaties? Vandaag zijn er nog onvoldoende wetenschappelijke gegevens beschikbaar om op deze vragen te antwoorden.
-
Maatregelen nodig om beroep huisarts aantrekkelijker te maken
De populariteit van het beroep van huisarts is de laatste jaren sterk verminderd: een minderheid van de geneeskundestudenten kiest voor de specialisatie en een groot aantal huisartsen stopt met zijn/haar praktijk. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht samen met onderzoeksteams van 5 Belgische universiteiten (UCL, UAntwerpen, ULg, UGent en KU Leuven) de oorzaken van deze verminderde aantrekkingskracht. Ze interviewden de belangrijkste betrokkenen: studenten, (ex-)huisartsen, beleidsmensen, beroepsverenigingen en universiteiten.
-
Grootmoeder, wat hebt u een duur hoorapparaat!
Wanneer de Belg bij het ouder worden slechter gaat horen en een hoorapparaat koopt, dan kiest hij dikwijls voor de duurdere soorten. Bovenop het bedrag dat de ziekteverzekering betaalt, legt hij per hoorapparaat vaak tussen de 500 en 1000 € uit eigen portemonnee bij. Dit bedrag wordt verdubbeld indien hij voor beide oren een hoorapparaat wil. Nochtans bieden dergelijke duurdere en meer gesofistikeerde hoorapparaten voor veel patiënten geen duidelijke voordelen.
-
6 % van de Belgische gehospitaliseerden kampt met een ziekenhuisinfectie, een resultaat vergelijkbaar met dat van de buurlanden
Een nationale meting door het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in samenwerking met de ziekenhuishygiënisten toont aan dat 6% van de Belgische ziekenhuispatiënten een ziekenhuisinfectie heeft. Vooral de intensieve afdelingen voor volwassenen en pasgeborenen scoren hoog. Dit resultaat is te vergelijken met dat van de buurlanden. Het KCE beveelt aan meer middelen te voorzien voor de strijd tegen de ziekenhuisinfecties in het kader van een continue kwaliteitsverbetering binnen de ziekenhuizen. Deelname aan registratiestudies kan dan ook verplicht worden voor alle ziekenhuizen.
-
Complicaties door ziekenhuisverblijf: administratieve gegevens kunnen nauwkeuriger
Om het aantal complicaties veroorzaakt door de zorgverlening tijdens een ziekenhuisverblijf of ‘adverse events’ te verminderen moet men ze eerst in kaart kunnen brengen. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelde samen met het Universitaire ziekenhuis (CHU) van Luik en de KU Leuven vast dat de Belgische administratieve gegevens mbt de ziekenhuisopnames hiervoor nog niet nauwkeurig genoeg zijn.
-
MIC (Maternal Intensive Care) bedden niet optimaal gebruikt
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht samen met een universitaire onderzoeksgroep (UGent, UZLeuven, KU Leuven, ULB en ULg) en het Intermutualistisch agentschap het adequaat gebruik van publieke middelen door de MIC (Maternal Intensive Care) centra. Slechts 40 % van de zwangere risicopatiënten wordt effectief opgenomen in een MIC-centrum en de MIC-bedden zijn vaak onderbenut. Een belangrijke oorzaak is de onduidelijke opname –en doorverwijspolitiek. Sinds 1996 hebben 17 van de 106 Belgische materniteiten MIC-bedden en een dienst voor intensieve neonatale zorg.
-
Experimentele hartklepvervanging langs de lies in vraag gesteld
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek de werkzaamheid en veiligheid van de niet invasieve implantatie van hartkleppen. Het vergeleek ze met de klassieke behandeling door chirurgische hartklepvervanging. Er bestaat nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor het nut van deze methode.
-
Hoe leg je de premies van de hospitalisatieverzekeringen aan banden?
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bestudeerde een aantal methoden om een medische index vast te leggen. Dit gebeurde met het oog op het inperken van de premiestijgingen van de hospitalisatieverzekeringen, zoals voorzien in de wet. Het KCE pleit voor de invoering van een medische index gebaseerd op andere gegevens dan bij de klassieke prijsindex. Deze gegevens kunnen worden bezorgd door de verzekeringsmaatschappijen op voorwaarde dat ze vooraf grondig worden nagekeken.
-
Centra voor kinderen met leer-, taal- en gedragsstoornissen: meer wetenschappelijke studies nodig
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht enkele belangrijke aspecten van de werking van de NOK/PSY revalidatiecentra. De studie werd uitgevoerd in samenwerking met de universiteiten van Gent en Antwerpen en de Federatie van Centra voor Ambulante Revalidatie, die de voornaamste gegevens aanreikten. De NOK/PSY centra staan in voor de ambulante diagnose en behandeling van kinderen met oa. mentale handicaps, spraak- en taalstoornissen, aandachts- en concentratiestoornissen (AD(H)D) en autismespectrum- en leerstoornissen (bvb dyslexie).
-
Moeten we vaccineren tegen Hepatitis A?
In opdracht van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht het Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties (CEV) van de Universiteit Antwerpen het nut en de kosteneffectiviteit van een algemene en een doelgroepgerichte vaccinatie tegen hepatitis A. Op basis van de onderzoeksresultaten pleit het KCE voor de financiering van deze vaccinatie voor alle kinderen (1 tot 12 jaar) die naar gebieden reizen waar de ziekte nog vaak voorkomt.
-
Geriatrische dagziekenhuizen: nog veel vragen
In 2010 komt er een einde aan het proefproject waarbij de overheid geriatrische dagziekenhuizen (GDZ) financiert. Het Federaal kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek de financiering van de GDZ’s en hun meerwaarde voor de patiënten. Het werkte hiervoor samen met de universiteiten van Gent en Luik en hun ziekenhuizen. Er bestaan geen overtuigende gegevens die aantonen dat een opname in een GDZ een voordeel biedt in vergelijking met een opname in een klassiek ziekenhuis.