Het aantal sessies kinesitherapie aanpassen en terugbetalen in functie van de ‘functionele toestand’ van de individuele patiënt: een theoretisch interessante, maar in de praktijk onhaalbare opdracht. Dat is het besluit van een onderzoeksproject van het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) samen met de afdeling Revalidatiewetenschappen en fysische geneeskunde van de UCL.
Een patiënt die ambulant wordt behandeld bij een kinesitherapeut krijgt normaal door de ziekteverzekering achttien sessies terugbetaald. Boven achttien sessies neemt deze terugbetaling af, met uitzondering van kinesitherapie voor een aantal chronische aandoeningen.
De vraag was duidelijk: kan het aantal sessies en dus de terugbetaling meer afgestemd worden op de individuele functionele mogelijkheden van de patiënt en de evolutie daarvan. Het woord ‘functioneel’ slaat op de mate waarin bijvoorbeeld een patiënt een arm of been kan gebruiken of hoe hij stapt of iets kan heffen .
Het antwoord op deze vraag hangt in de eerste plaats af van het bestaan van objectieve meetschalen in de kinesitherapie. Bijvoorbeeld het aantal meter dat een ouderling kan stappen binnen een bepaalde tijd of de dagelijkse activiteiten die een rugpatiënt nog kan uitvoeren. Helaas bestaan er maar een beperkt aantal gestandaardiseerde meetschalen voor slechts enkele aandoeningen. En als er dan een meetschaal beschikbaar is, is het aantal mogelijke combinaties en scores onoverzichtelijk groot.
Een onderzoek bij 400 kinesitherapeuten over meer dan 5000 kinesessies in België toont meer dan honderd verschillende redenen tot behandeling. Op de eerste plaats musculoskeletale (zoals rugpijn) en neurologische aandoeningen (zoals verlamming na een beroerte). Functionele schalen worden nauwelijks gebruikt. Het merendeel van de behandelingen zijn wetenschappelijk onderbouwd. Een aantal handelingen zoals tractie, ultratonen, electrotherapie en massage worden nog steeds toegepast voor aandoeningen waar ze weinig nuttig zijn.
En de organisatie en terugbetaling van kinesitherapie in het buitenland? Dit onderzoek vond geen systeem dat de functionele toestand van de individuele patiënt als uitgangspunt neemt. Verder bleek dat er vaak diverse maatregelen bestaan zoals de beperking van het aantal kinesitherapeuten, strikte kwaliteitscriteria, maxima in terugbetaling en het aantal sessies. De analyse wijst ook op interessante kwaliteitsinitiatieven inzake permanente vorming en de rol die beroepsverenigingen daarin spelen.
Het rapport breekt een lans voor verdere initiatieven voor kwaliteitsverbetering en permanente vorming voor kinesitherapeuten in België, geïnspireerd op andere Europese voorbeelden. Hierin hebben de hogescholen, universiteiten en wetenschappelijke verenigingen van kinesitherapeuten een belangrijke verantwoordelijkheid.
Het Federaal Kenniscentrum besluit dat de toepassing op ruime schaal van een terugbetalingsstelsel voor kinesitherapie op basis van functionele toestand van een individuele patiënt in de praktijk niet realistisch is. Slechts voor enkele geïsoleerde aandoeningen zoals beroerte en lage rugpijn zou dit verder kunnen onderzocht worden. De veralgemening ervan naar de volledige ambulante kinesitherapie lijkt op basis van dit onderzoek uitgesloten.