Deze studie onderzoekt de doeltreffendheid, de veiligheid en de kosteneffectiviteit
van de volledige vervanging van cervicale en lumbale discusprothesen in vergelijking met de conservatieve behandeling (discectomie en wervelfusie).
De volledige vervanging van een cervicale tussenwervelschijf is een alternatief voor cervicale wervelfusie bij patiënten met cervicobrachiale neuralgie. Een lumbale discusprothese kan dan weer een andere oplossing zijn voor een lumbale wervelfusie bij chronische lage rugpijn door degeneratie van een lumbale tussenwervelschijf
CONCLUSIE
1. Ondanks bepaalde statistisch significante resultaten werden voor de belangrijkste klinische parameters (levenskwaliteit, pijn en functionaliteit) geen klinisch significante verschillen gevonden tussen de vervanging van cervicale tussenwervelschijven en arthrodese (fusie) van cervicale
wervels.
2. Gelijkaardige conclusies kunnen worden getrokken voor de vervanging van lumbale tussenwervelschijven vergeleken met wervelfusie of met een conservatieve behandeling.
3. Na een vervanging van cervicale tussenwervelschijven was iets minder vaak een nieuwe heelkundige ingreep nodig dan na een wervelfusie. Daarbij werd echter geen rekening gehouden met de complexiteit van de nieuwe operatie.
4.De economische studies (van matige kwaliteit) leveren uiteenlopende resultaten op, ongeacht de locatie van de vervangen tussenwervelschijf.
AANBEVELINGEN
- De huidige terugbetalingsregels behouden, nl. de vervanging van de cervicale tussenwervelschijf aan hetzelfde tarief terugbetalen als een cervicale wervelfusie, maar met gebruik van verschillende nomenclatuurcodes.
- Er zijn op dit moment onvoldoende argumenten om de terugbetaling van de cervicale prothese zonder strikte voorwaarden aan te bevelen.
- De patiënt moet duidelijk worden ingelicht over de voor- en nadelen en over de kostprijs, inclusief van het noodzakelijke materiaal, van beide chirurgische procedures.
- Gerandomiseerde klinische studies op grotere schaal over de klinische doeltreffendheid en de veiligheid, met een follow-up op lange termijn (minstens 10 jaar) zijn nodig.
METHODOLOGIE
Systematische review van de literatuur, beperkt tot gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT's), systematische reviews en volledige economische evaluaties in Medline, Embase, Cochrane en CRD (CDSR, DARE, HTA, NHS EED en CENTRAL).
Analyse van de nationale administratieve databanken en de resultaten van een enquête uitgevoerd door de industrie.
All the details of this study can be found in the scientific report on www.kce.fgov.be